20 aug 2021
min. leestijd

Frits van Eerd gaat voor het frietzakmodel

De baas kan volgens Jumbo-CEO Frits van Eerd nooit de belangrijkste pion in een bedrijf zijn. De bekende pyramide binnen het organisatie-model moet omgedraaid worden is zijn stellige overtuiging. ‘Degenen die het waarmaken zijn de mensen in de winkels. Zíj moeten klanten blij maken’, zegt CEO Frits van Eerd van Jumbo. 

In een podcast van Focusplaza gaat Jumbo CEO Frits van Eerd in een gesprek met Fons Blomhert van Focusplaza in op het runnen van de florerende supermarktketen, de parallellen met topsport en het allerbelangrijkste wat hem betreft: van klanten fans maken. Het hele verhaal draait om passie en teamwork, dat van groot belang is om een gezamenlijk doel na te streven.

De 54-jarige Van Eerd heeft om die reden het zogeheten frietzakmodel ingevoerd bij de supermarktketen. Zelf zit hij met de directie onderin de punt, zoals hij het formuleert. ‘Ik heb gezegd dat we de pyramide moeten omdraaien. De baas kan nooit het belangrijkste zijn. Degenen die het waarmaken zijn de mensen in de winkels. Wij komen als directie als laatste. Dat is ons frietzakmodel. Wij zitten onderin het puntje van de zak’, aldus de gepassioneerde topman die als kind vooral droomde van motorsport en autosport. Dat werd thuis niet gestimuleerd, maar hij ondernam zelf actie en werd op 21-jarige leeftijd zelfstandig ondernemer omdat hij de autosport in wilde. Nu combineert hij zijn beide passies. En er zijn volgens Van Eerd veel parallellen tussen zijn werk en de sport die hij beoefent, hoewel hij tegelijkertijd aangeeft dat de combinatie op zich eigenlijk niet ideaal is.

Fit blijven 

Zijn ervaringen uit de sport neemt hij mee naar het hoofdkantoor in Veghel. ‘Ik heb veel geleerd van topsport. Daar is alles klip en klaar. Als je niet wint, is dat niet fijn en dat wordt ook onomwonden uitgesproken. Je wilt vervolgens weten waarom je niet wint. Dan ga je wat veranderen om competitiever te worden. Dat kun je met zakendoen ook toepassen. Maar dan hangt er in de business wel een bepaalde ethiek omheen; tot zover en niet verder. In de sport ben je gewoon een ‘oen’ en dat wordt uitgesproken. In het bedrijfsleven functioneert het anders. Dan wordt er eerst uitgebreid over gesproken. Toch zijn er dus zeker overeenkomsten.’ Bij Jumbo probeert hij het hoogst haalbare te realiseren. ‘Dat brengt je altijd verder. Maar het belangrijkste is om gelukkig te worden van de dingen die je doet. Dat is keigaaf zeggen we op zijn Brabants.’ Om Jumbo goed te kunnen leiden is het volgens de Brabander van belang om fit te blijven. Daarom doet hij wekelijks ook nog eens aan motorcross, houdt vast aan een ritme en staat iedere dag vroeg op met als voornaamste doel om van zijn klanten fans te maken. Dat geeft hem energie.

Honderd procent zichzelf

Op de vraag van Fons Blomhert wie voor hem een inspirator is, geeft Van Eerd aan dat het iedereen kan zijn. ‘Uiteindelijk is ieder mens afhankelijk van anderen. Je omgeving heeft je gevormd. Mega-inspirerend kan bijvoorbeeld iemand in de kunst zijn. Wat bij mij vooral enorm aanslaat is als iemand 100 procent zichzelf is. Dat kan een lokale muzikant zijn of een kind dat zijn dromen achterna gaat. Of een ouder iemand die vasthoudt aan zichzelf.  Niemand krijgt altijd iets perfect voor elkaar. Ook Max Verstappen niet. Ook hij heeft een team nodig. Je kunt het niet alleen. Je bent altijd afhankelijk van elkaar. Toen ik kans kreeg met het supermarktbedrijf aan de gang te gaan heb ik gelijk gezegd dat iedereen gelijk is. Elk radertje in het geheel is nodig om te kunnen floreren. Om nog even terug te gaan naar Verstappen. Wanneer zijn team het wiel niet goed vastdraait, heeft hij een probleem. Met elkaar moet je de klus zien te fixen; iedereen in zijn eigen rol. Dat leer je heel snel in de topsport; eerder dan in het bedrijfsleven.’

Corona

Van Eerd blikt ook even terug op de corona-perikelen en de gevolgen die dit had voor de supermarktwereld. Van Eerd: ‘In onze branche was het in een week tijd bij wijze van spreken Kerst. Opeens moesten we enorme volumes draaien; dat was wel even heel lastig. Nog nooit is er zoveel en zo intensief met vele partijen samengewerkt als sinds de uitbraak van corona. Inmiddels zijn we ruim een jaar verder. Wanneer we boodschappen doen met een mondkapje op en altijd een karretje voor ons uitduwen kijkt niemand daar meer van op. Ons hele vak is een beetje anders geworden. In onze nieuwe rol moeten we de veiligheid van klanten garanderen en ook de voedselvoorziening op peil houden. Achter de schermen is er enorm veel gebeurd. Supermarkt waren een tijd als enige open, ook sociaal gezien was dat heel belangrijk. Ik hoop dat we heel snel het normale leven weer kunnen omarmen. Er is te veel leed in ondernemersland en bovendien moeten mensen zich weer vrij kunnen bewegen. Horeca is bijvoorbeeld ook een hele belangrijke bedrijfstak, ook uit maatschappelijk oogpunt. We moeten weer met elkaar kunnen socializen.’

Luister de podcast:

Meer berichten